donderdag 31 juli 2014

Fietsendief

Herengracht
Banken, heb ik ook veel gewerkt. Op de Herengracht veelvuldig aanwezig en daar niet alleen. Maar op de Herengracht tussen Vijzelstraat en Thorbeckeplein waren ook nog enkele stijlkamers. Kamers met de inrichting nog uit de 17e of 18e eeuw. Daar moest dan alleen iets aan de deuren of ramen gebeuren. Aan de rest van de inrichting mocht je niet komen. Maar in de rest van het complex werd er veranderd dat het een lieve lust was. Liften werden hier aangebracht maar de monumentale trappenhuizen werden in hun waarde gelaten.
Het mooie van werken in een bankgebouw is dat je er de ruimte hebt. Een verdieping wordt dan in zijn geheel aangepakt anders is er teveel overlast voor het personeel. Voor ons werklui is het ook makkelijker i.v.m. aan en afvoer van materiaal. De diciplines bank en bouw kan je beter gescheiden houden. In de kelder bevond zich een enorme kluis. Wij waren altijd nieuwsgierig hoe deze er van binnen uit zou zien. Ik ben er één keer in geweest i.v.m. enig onderhoud. Volgens mij heeft alleen de Nederlandse Bank een grotere kluis.
Het maken van balie’s en andere betimmeringen was ons dagelijks werk. Bijna het gehele gebouw werd voorzien van systeemplafonds waartussen airconditioning werd aangebracht. We waren in het souterain bezig waar ik mijn fiets door het smalle raam kon zien staan. Op een moment begon iemand mijn fietsslot te mollen. Ik kreeg dat in de gaten en rende met een noodgang door het gebouw naar de trap. Toen ik boven was rende ik naar de uitgang maar ik was te laat. Bij het Thorbeckeplein zag ik iemand op mijn fiets wegspurten! Ik was woest. Drie dagen later zag ik mijn fiets terug, op de hoek van de Vijzelstraat. Tenminste ik dacht dat het mijn fiets was. Maar ik kon het niet zo gauw zien, want de berijder zag mij kijken en ging er als een speer vandoor. Ik keek naar het gebouw waar deze figuur uitgekomen was. Het was de sociale dienst. Ik wist genoeg. Een veelpleger! Een veelpleger is in mijn ogen geen mens maar een dier. Een dier dat veel gelijkenis vertoont met ratten. Die moet je in de beton storten.

Herengracht tussen Thorbeckeplein en Vijzelstraat
Vóór bovenstaande klus werkte bij ons bouwbedrijf een uitvoerder die Jos B. heette. Jos kon hogerop komen bij deze bank en meer verdienen bij hun technische dienst. Dus was Jos weg bij ons en kwamen we Jos daar weer tegen? Hé Jos, jij hier riepen wij. Jos keek niet zo vrolijk en kwam naar ons toe. ‘Ja zegt hij, ik werk nu hier. Maar zouden jullie hier in het bijzijn van anderen ‘meneer Jos’ tegen me willen zeggen, want dat is hier mijn gebruikelijke aanspreektitel!!!’ Hij was al weer weggelopen, maar onze monden stonden nog een hele tijd open van verbazing.
Twee of drie jaar later hoorden we dat Jos op een akelige manier aan zijn eind was gekomen. Hij reed met zijn auto langs een vrachtauto met oplegger. Daarop bevond zich een enorme scheepsschroef. Door onduidelijke oorzaak raakte de schroef los en kwam boven op de wagen van Jos terecht. Jos was niet meer. Zoiets wens je natuurlijk niemand toe. Tragisch ongeval stond er in de krant en terecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten