Belgisch consulaat
Op het Muzenplein
tegenover de Apollohal huisde in mijn tijd de Belgische Consul. Het is een
monumentaal pand en het is in deze buurt wel op zijn plaats, qua architektuur
dan. Beneden is helemaal door ons verbouwd. Het bezit ook een aanlegsteigertje
aan het Zuider Amstelkanaal. Er staat een grote flaggenmast in de voortuin.
Toen wij, ik en chef Ben, de mast geplaatst hadden heb ik nog tegen chef Ben
gezegd dat hij scheef stond. Maar daar was volgens hem geen sprake van. Het is
zeker meer dan twintig jaar geleden, maar telkens als ik er langs rij zie ik
die mast staan, scheef. Zo scheef als een meloen.
Koninginneweg
Een groot
budgethotel op de Koninginneweg was ook klant van ons. Wat we daar allemaal
verbouwd hebben is zo niet op te sommen. Maar de grootste waren de eetzaal en
de keuken. Het toeval wilde dat bij het verbouwen van de eetzaal juist een
Molukse gijzeling plaatsvond in de straat aan de overkant. Ook de Mobiele Eenheid
huisde in het hotel. Zij moesten de omgeving bewaken en eventueel klaarstaan
voor een inval. Wij maakten wel eens geintjes tegen die gasten, zoals: ‘Geef me
even je pistool want ik heb mijn hamer in de tuin laten liggen?’ Flauw, ja
natuurlijk. Maar die gijzeling duurde nogal lang dus op den duur wordt je vrij
melig. Je mocht ook zo min mogelijk voor de ramen komen. Ze zouden eens onze
richting uit kunnen schieten. Nou, voor dat die kogel bij ons was lagen wij
allang op de grond. Weer flauw!
Buitenveldert
Verbouwingen bij
particulieren. Ik kan ze niet meer tellen op de vingers van twee handen. Al
stonden we met tien man naast elkaar dan kwam ik er nog niet. Een alleenstaande
oudere vrouw ergens in Buitenveldert wilde haar kamer en keuken verbouwd. Met
hulp van de meermalen genoemde binnenhuisarchitect Frans is dat gelukt. Mijn
persoontje stond daar uiteraard tussen om het werk fysiek te doen slagen! Wat
mij van deze klus bijgebleven is dat het toen verschrikkelijk koud was. Wel 25
graden onder nul. Tenminste, het was 15 graden onder nul maar als je buiten
kwam dan was het veel kouder door de wind. Het was verschrikkelijk, vooral ‘s morgens
vroeg, als je net uit je bed kwam. Brrrrrr. Gelukkig bestond deze klus
hoofdzakelijk uit binnenwerk.
Buitenveldert was
toch een geliefde buurt voor mijn baas om verbouwingen uit te voeren. De
hoofdzaak was dat er toch redelijk veel geld (.) in deze buurt woonde. En de
mond tot mond reclame deed daar toch meer zijn werk dan in andere stadsdelen. Een
arts, een gemeentelijke voorlichtster, architecten, reklamebobo’s, een
hoteleigenaar, een actrice, noem maar op. Toch allemaal mensen met een boven
modaal inkomen. Voor mijn baas heel aantrekkelijk.
Voor ons was het
iets minder aantrekkelijk. Bouwvakarbeiders meten de aantrekkelijkheid van een
buurt aan de hand van het aantal koppen koffie dat zij aangeboden krijgen. En
dat was wonderwel in deze buurt minimaal? Je had daar klanten die de werklui
gewoon binnenhaalden en van koffie voorzagen. Die kon je tellen. Je had er ook
die de koffie door een kier van de deur aangaven. Ook al regende het
pijpestelen? Dan moest je het van arremoede op een luwe plaats opdrinken. Die
waren in de meerderheid. Je had ook ‘klanten’ die helemaal geen koffie offreerden.
Oké, niet! Dan gaan wij ‘even’ naar het koffiehuis mevrouw. Het werk lag dan
wel stil. In de bouw is het gebruikelijk dat er twee keer op een dag geschaft
wordt. Dat komt ook doordat men al om zeven uur ’s morgens begint. Om met kou
en regen van ’s morgens vroeg tot half een onafgebroken buiten te vertoeven, is
haast niet op te brengen. Dan snak je naar een koppie koffie. Met suiker en
melk graag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten