Tegels
Maar ik kon toch
niet zeggen dat deze aannemer veel spectaculair werk had. Het was ook van
oorsprong een metsel en tegelbedrijf. Het waren trappenhuizen met veel
tegelwerk en badkamers of badcellen met, ja je raad het al, tegelwerk. Ik moest
dan de leuningen op de trappenhuizen weer monteren en in de badcellen wat
aftimmeringen en de deur herplaatsen. Er was warempel ook nog een particuliere
klant die ze mij toeschoven. Dat was op de Leeuwarderweg. Ik dacht nog: hé, een
stuk vloer vernieuwen en een nieuwe deur. Steeds meer kreeg ik kleine klusjes te verwerken. Die moest ik dan
met een bedrijfswagen afrijden. Ook werden in de auto’s allerlei apparaten
geïnstalleerd. Dan konden ze je op het kantoor helemaal volgen. Maar aan mij
hadden ze een verkeerde, ik zette alles af. ’s Middags als ik dan de wagen weer
terug bracht zei Ruud onze uitvoerder: ‘Hé Jan, je was weer niet te bereiken?’ ‘O
sjorry, zei ik dan, heb ik weer alles afgezet?’ Dat heeft gelukkig niet lang
geduurd.
Ontslag
Het bedrijf kreeg
betalingsmoeilijkheden. ‘Weet je wat, zei onze baas Jaap, we gooien al die
timmerlieden er uit. Dan zal het wel beter gaan?’ En zo gebeurde het. 5 tot 6
man gingen er tegelijk uit. Ik weet het nog goed. Ik was de eerste die op
kantoor moest komen want ik werkte er het kortste van alle timmerlieden. Met
een voorzichtig betoog gaf Jaap mij te verstaan dat ik niet meer nodig was.
Jaap dacht misschien dat ik flauw zou vallen maar ik had al een vermoeden dus
ik vertrok geen spier. Het was trouwens ook niet de eerste keer. Ik vond het
best. Kon ik teminste solliciteren bij een échte aannemer. Nou, dat heb ik
geweten!
Solliciteren
Na ongeveer 5
maanden gesolliciteerd te hebben bij alle aannemers van Amsterdam en omgeving
was ik nog steeds werkloos. Ik bood mij in open sollicitaties aan in een korte
en bondige brief. Meestal volgde er een vriendelijke afwijzing en kwam ik onder
in een bureaula terecht. Enkele gesprekken heb ik toen gehad bij verschillende
bedrijven. Een aannemer kon me wel gebruiken, maar ik moest dan wel een derde
van mijn oorspronkelijke loon inleveren! Ik zeg: ‘Je denkt toch niet dat je een
schooljongen voor je hebt. Voor dat hongerloon van jullie krijg je niemand, wat
denk je wel!’ Ze keken nog écht verbaasd ook toen ik dat zei. Ik weg. Een
andere aannemer vroeg of ik al mijn diploma’s mee wou nemen. Dat vond ik
vreemd. Want wie vraagt een 54-jarige nou nog naar zijn diploma’s. Maar goed,
ik had ze natuurlijk wel bewaard. Daar ga je tenslotte niet de kachel mee
aanmaken? Toen ik daar kwam was er koffie en koek. Het gesprek ging de kant op
van ouwe jongens krentenbrood. Maar de diploma’s vond hij het mooist. ‘Wat een
curiositeiten’ zei hij. ‘Ja dat kan je wel zeggen, zei ik. Maar hoe zit het nou
met het werk?’ ‘Maandag hoor je het van me,’ zei het krentenbrood. Inderdaad
belde hij met de mededeling dat er twee zieken terug gekomen waren op het werk
en ik eigenlijk niet meer nodig was. Dat was het. Uiteindelijk werd ik
uitgenodigd voor een gesprek voor de commissie Bouwvakwerk op het
arbeidsbureau. Omdat ik al een wat oudere werknemer was wilden ze mij
persoonlijk begeleiden? Hier was het ook weer ouwe jongens krentenbrood. Het
waren drie aannemers waarvan ik er twee kon. Nog tijdens het gesprek kwam er
een werkgever op tafel. Dat is een betrouwbaar iemand werd er gezegd. Neem
contact met hem op en je zit gebeiteld. Ik liet het over me heen komen. Ik wist
echter niet dat het een ordinaire koppelbaas en professioneel wanbetaler
betrof. De commissie Bouwvakwerk, hé, trap er niet in!