zondag 16 maart 2014

Hoogvliet Rotterdam

Hoogvliet Rotterdam
Een schoenenwinkel inrichten in winkelcentrum Rotterdam-Hoogvliet. Weer eens wat anders dan scheefgezakte deuren in grachtenpanden nazien. Het werk mocht drie weken duren. Daarna moest de winkel geopend worden voor het publiek. Niemand van ons, ome Henk, jonge Henk en ikzelf hadden een auto om daar naar toe te rijden. Dus onze baas was de klos, hij reed wel een auto. Hij had het werk tenslotte zelf aangenomen. 's Maandagsmorgens bracht hij ons naar het werk en zaterdagsmiddags, om één uur, kwam hij ons weer ophalen. Weken van te voren waren we al begonnen met het voorbereidende werk, zoals stellingen maken, losse materialen voor de etalages klaarmaken, enz. Een vrachtwagen van de betreffende schoenwinkel bracht de hele handel met ons gereedschap naar Rotterdam. Het was een chaos waar we in terecht kwamen. Het mooiste was wel dat we een gedeelte van de winkelruimte moesten inrichten om in te slapen. We sliepen op het werk op stretchbedden met onze eigen gereedschapkist naast ons als nachtkastje? Ik dacht in een hotel te overnachten. Niemand had de moeite genomen mij daarover in te lichten. Dus ik moest mezelf schikken naar de omstandigheden. IJskoud water was vijftig meter verder te vinden, ergens in een donkere hoek van het winkelcentrum in aanbouw. Het staat me niet meer zo helder voor de geest waar we onze behoeften deden, maar ik heb zo mijn vermoedens in de richting van een kuil in de grond met een schot er omheen. Toen bestonden er nog geen chemische toiletten. Wassen en scheren werd mondjesmaat gedaan. Als troostprijs mochten we wel iedere dag aan het eind van de middag in een restaurant gaan eten. Overdag haalden we zelf brood en beleg in een nabijgelegen winkel. Het was eigenlijk van de gekke maar ik liet het gelaten over me heen komen. Na het restaurant gingen we weer aan het werk tot 's avonds elf uur? Dat ging natuurlijk fout. Op een gegeven moment stond er politie voor onze neus. Of we wel vergunning hadden om in de avond op deze locatie te werken. Ik weet niet meer of er een vergunning was, volgens mij niet want er moest overdag iets harder worden aangepakt. Het was gewoon een stress werk. Iedereen liep ook door elkaar, elektriciens, loodgieters, schilders, schoonmakers, en de laatste week ook nog mensen van de schoenenzaak om de stellingen te vullen. Wat ik me wel duidelijk voor de geest kan halen is dat we op een gegeven moment met tien man in de etalage stonden te werken! Op het laatst stonden we met z'n allen in de etalage te dansen op de muziek van de arbeidsvitaminen. Dan is die bouw, onverwacht, toch weer even hartstikke leuk.

woensdag 12 maart 2014

Spoedklus

Spoedklus
Ik sta in de werkplaats mijn beitels te slijpen als de telefoon gaat. Nu gaat de telefoon om de tien minuten dus eigenlijk hoor ik hem niet meer. Ik hoef hem niet op te pakken want daar is iemand voor aangenomen die dan ook op kantoor zit. Maar als de boekhouder even later de werkplaats inloopt weet ik dat het een spoedklusje is. Ik hoor hem met gemengde gevoelens aan. Jan, kan jij even naar dat en dat adres gaan want er is onder de vloer een rat gesignaleerd! Lekker laten lopen! zeg ik gevat. De boekhouder kijkt mij even scheef aan maar herstelt zich snel. Hij zegt: Ga er maar even heen, al is het maar om die mensen gerust te stellen? Ik ga niet onder die vloer, zeg ik tegen hem. Ik kom niet van Hamelen. Laten ze de gemeente bellen om vergif te strooien! Trouwens, die rat staat niet met een ontvangstcomité te wachten tot ik er ben. Nou oké ik ga wel even kijken, maar als het er twee zijn bel ik Artis, als je dat maar weet. Bij zulke opdrachten vroeg ik mij altijd af waarom ik niet doorgestudeerd heb. Bij aankomst op het bewuste adres zie ik alleen maar bezorgde gezichten om mij heen. Waar is het beest voor het laatst gezien, vraag ik aan iedereen. Onder de vloer wordt er gemompeld. Zat een van u dan onder de vloer of was het beest bij u op visite, vroeg ik weer in het algemeen. Nou eh.. nee, ik keek door het luik onder de vloer en zag iets weglopen, vandaar, zei een vrouwspersoon?
Oké, ik zal even kijken, maar ik garandeer niks zei ik? Ik vroeg om wat stroom zodat ik de looplamp kon gebruiken en stak mijn hoofd door het luik. Wat ik zag was een onbeschrijfelijke troep die onder de vloer gedumpt was. Volgens mij lagen er ook vuilniszakken met voor een rat eetbare waar. Typisch een milieu waar een rat zich thuis voelt. Hier kan ik niet veel mee, zei ik tegen de verzamelde meute. Ik geef u een goede raad: ontruim alles onder de vloer? en waarschuw de gemeentelijke ongediertebestrijding. Die moet dan gif uitzetten zodat ze allemaal de pijp uit gaan. Dit is iets wat de bewoners zelf aangaat. Die hebben deze situatie ook geschapen. De huisbaas doet hier niets aan. Er werd nog wat tegengesputterd maar uiteindelijk zag de verzamelde meute wel in dat zij zelf de oorzaak waren. Ik weer weg.

Het mooiste is dat ik voor dit soort klusjes ook nog een werkbriefje moest schrijven, met omschrijving en de tijd eraan besteed. Maar er was niemand die de rekening ging betalen.


In een van deze huizen op de Hoofdweg speelde het hierboven vertelde verhaal zich af. De ruimte onder de vloer was ongeveer 80 cm hoog.

dinsdag 11 maart 2014

WC vloertje

WC vloertje
Natuurlijk heb ik smerige klusjes gedaan in de loop der tijd. Meestal is het werk op zich helemaal niet smerig, maar de omgeving is dan niet om aan te zien. Neem nou bijvoorbeeld het vernieuwen of repareren van een WC vloertje als deze uit houten delen bestaat. De vloer in een toilet is blootgesteld aan een overdadigheid van water. Ochtendwater? of water om het toilet schoon te maken of de vloer te dweilen. Dus echt een (zeik)natte ruimte. Een ruimte waar de vloer het meest te lijden heeft en dus het eerst verrot is. Voor het vernieuwen van de vloer moet altijd eerst de toiletpot verwijderd worden. Eerst een paar keer doorspoelen is aan te bevelen, zodat er alleen water in de pot staat en geen drollen van ik weet niet wanneer! Als ik probeer om de schroeven van de pot los te wrikken lukt dat niet omdat die ook verrot zijn. Wat nu? Geen nood, even rustig de hele pot heen en weer gewrikt en het hele zooitje komt los van de verrotte vloer. Schroeven er voorzichtig uitgetikt en je kunt de pot hergebruiken. Ondertussen komt mij een zure onwelriekende zeiklucht tegemoet. Jarenlang naast de pot zeiken is de oorzaak van een onfris toilet en verrotte vloer. Ik zet de pot een eindje verder zodat ook een ander kan meegenieten. Ik kijk naar de ravage die ik ondertussen aangericht heb. Het blote riool kijkt mij aan met zijn ranzige grijzige film van uitwerpselen. De neiging om te kotsen kan ik nog net onderdrukken. Maar het ergste moet nog komen. En dat is het verwijderen van het verrotte vloergedeelte. Ik doe het met de blote handen. Voor zulke klusjes moet je je gevoel gebruiken en niet je hersens. Ik zaag een gedeelte in langs een hopelijk niet verrotte balk onder de vloer. Zaak is, om ook niet een waterleiding door te zagen! Deze kan door de balk lopen, dus eerst even gekeken met een looplamp door een gat in de vloer. De vloerdelen zijn soppig van de zeik of het zeikwater. Mijn kotsneigingen zijn nog niet geheel verdwenen. Uiteindelijk heb ik in het toilet een mooi groot gat in de vloer gemaakt met tamelijk gezonde delen aan de zijkanten. Met een stoffer maak ik alles netjes schoon en zorg dat het wrakhout een flink eind uit de buurt gedumpt is.

Langs de balken spijker of schroef ik een gezonde ‘twee en drie’ (Engelse duimen). Een geschaafde ‘twee en drie’ is vierenhalf bij zeven centimeter, dus lekker fors. Dat moet ook, want de nieuwe vloer komt daarop te rusten. Tevens maak ik twee en drieën aan beide zijden van het riool zodat de pot ook op een stevig gedeelte staat. Dan maak ik de vloer, netjes en pas, met nieuwe delen weer dicht. De toiletpot voorzien van een nieuwe rubber rioolsok op zijn plaats gezet en vastgeschroefd met nagelnieuwe schroeven. De stortbak aangesloten op de achterkant van de strontpot en klaar is kees. Ik trek aan de ketting van het waterreservoir en hij loopt weer als een zonnetje. Ook de klant slaakt een zucht van verlichting en vraagt of hij eindelijk van het toilet gebruik kan maken. Ik geef mijn toestemming en mompel iets van goed richten!

Bouwmaterialen

Verf en glas
Voor verf en glas waren er ook aparte (groot)handelaren. Een verffabriek zat bijna naast onze werkplaats dus dat was ‘kat in ’t bakkie.’ Er stonden daar machines die verf en ook stopverf uitbraakten in grote hoeveelheden. De mensen die er werkten zagen er in mijn ogen vaal en grauw uit. Dat kwam natuurlijk door al die loodhoudende producten. Dat schijnt niet goed voor je gezondheid te zijn. Maar ja, sommigen werkten daar al tientallen jaren. Niks meer aan te doen. Ik hoop dat zij hun pensioen gehaald hebben.
Bij de glashandel waren we kind aan huis. Bijna elke dag moest een van ons wel een ruit of meerdere vervangen. Hij werd ter plekke op maat gesneden. Een bonnetje, en daar ging je weer met de ruit onder je arm. Grote ruiten werden op het werk gebracht en door de glasman ook geplaatst. Te veel risico om het zelf te doen!

Bouwmaterialen
Stenen, zand en cement, dakpannen, enz. vallen onder de bouwmaterialen. Onze groothandel zat op de Baarsjesweg bij de Slatuinenweg. Daar was het vroeg in de morgen op werkdagen meestal een drukte van belang. Veel bouwmensen kwamen dan enige zakken zand, een portie metselstenen en wat zakken cement halen. Soms stond je in de rij bij de grote hoop zand. Was je aan de beurt, dan moest je een plastic zak ophouden die dan door een potige jongen volgeschept werd. Dat is lang geleden hoor ik u zeggen. Ja te lang. Later stond daar een grote zandsilo. De potige jongen deed om de mond van de silo een plastic zak en trok de schuif open. De silomond braakte dan precies de inhoud van een zak zand naar buiten. Met twee man trokken we dan de volle zak weg en kon de volgende gevuld worden. Even later moest het hele zaakje op de vrachtauto getild worden. Tegenwoordig gaat dat allemaal weer anders. Maar je blijft je een breuk tillen. Is het niet aan zand dan is het wel met wat anders.

Smid
Bij ‘onze’ smid, ook op de Overtoom, kwam ik geregeld. Hij had zijn werkplaats naast het Kattenlaantje naar het Vondelpark. Het was zo op het oog nog een echte ouderwetse smid met een groot aambeeld waar het heetgemaakte ijzer op beslagen werd. Deze smid maakte veel hijshaken voor ons in allerlei maten. 

Hout en ijzer

Overtoom
We hadden een houtleverancier aan het begin van de Overtoom zitten. Namen noem ik niet, maar hij was wereldberoemd om zijn kromme hout. Daar kwamen we geregeld hout en platen halen. Als de ochtendschaft daar bezig was gingen we zelf maar vast wat laden. Dan zochten we natuurlijk (vuren)hout uit, wat het meest recht was. De kromme delen lieten we liggen. En dat waren er wat, mijn God wat een rotzooi! Helemaal onder aan de stapel lagen de meest rechte delen. Dat deze zaak nog zo lang bestaan heeft is voor mij een kompleet raadsel. Je moet toch iets knaps leveren als je klanten wil houden? Maar waarschijnlijk konden zij er ook niets tegen beginnen. Als je behoorlijk recht hout had gehaald moest je het snel naar de plaats van bestemming brengen anders wilden ze het daar ook niet meer hebben, weer vanwege de ronde vorm!

Houthaven
Groothandels in hout zaten bijna allemaal in de Houthaven. Ik kwam daar meer dan geregeld. Er zat een houthandel die alleen grenenhout leverde. Het rook er altijd lekker naar hars en omgehakte bomen. Ook hier moest je zoeken naar hout met zo min mogelijk noesten of anders zo klein mogelijke noesten of kwasten. Grenenhout wordt veel gebruikt voor puien, ramen en deuren. Even verder zat een groothandel in hardhout. Hier mochten we het hout niet zelf uitsorteren maar je mocht wel meelopen om te zien wat je kreeg. Bij hardhout is het belangrijk dat het zo veel mogelijk rechtdradig is, dus niet te warrig, en geen kwasten! Hardhout wordt gebruikt voor buitendeuren en andere meest niet geschilderde betimmeringen. Verder zaten er nog wat bedrijven waar we materiaal van betrokken, zoals platen en kozijnen. Kortom, voor een timmerman, een ideale plek om boodschappen te doen.

IJzerwinkel
Voor ijzerwaren moest je natuurlijk naar, jawel, de ijzerwinkel. Dat klinkt nu heel ouderwets. Nu ga je naar een bouwmarkt. Wat een verschil. Ik weet dat ik geregeld in een ijzerzaakje kwam aan het eind van de Overtoom. Je stond dan voor een heuse toonbank je bestelling te prevelen. Er werd dan ook nog aandachtig naar je geluisterd. Twee schroeven van die en die maat en een half pond drie kwarts nageltjes met verloren kop? Dat werd dan afgewogen in een koperen schaaltje. Als ik er aan terug denk dan worden mijn ogen nog vochtig. Wat was dat toch mooi, dat je bediend werd op je wenken. Dat was in die goeie ouwe tijd. De meeste verkopers kon je bij de voornaam noemen, je zag ze bijna elke dag. Toen dit soort zaakjes verdwenen, kwam je dezelfde mensen nog wel eens bij andere, groter opgezette, zaken tegen. Maar meestal verdwenen deze mensen geruisloos in de vut of de zaak ging op in 
een groter geheel en dan zag je ze ook niet meer.


Een van onze houtleveranciers zat in dit pand op de Overtoom. Wat opviel was dat het geen afgesloten achtergevel bezat. Van boven was het wel van een dak voorzien. Al met al een tochtig hol, maar voor opgeslagen hout weer een ideale ruimte om te bewaren.

Vervoer

Handkar en bakfiets
In den beginne, tenminste in 1957, moesten we al het materiaal wat we gebruikten ophalen met een handkar! Hardhout, vurenhout, plaatmateriaal, nou van alles en nog wat. Deze zware houten handkar was soms zo zwaar beladen dat hij wel eens naar voren klapte, waarna alles over de straat schoof. Op een gegeven moment hadden we daar zo genoeg van dat we deze rotkar, na toestemming van de baas en een aanloop, zo de vuilnisschuit aan de Kostverlorenkade ingereden hebben. Zó, einde handkarrentijdperk! Maar we hadden ook al een bakfiets. Toen begon daar de ellende mee. Ook deze ondingen gingen bij overbeladen rechtop staan met het achterwiel duidelijk naar de hemel gericht. Hoeveel keer de spullen op straat terecht kwamen is niet meer na te gaan. Maar ja, wat wil je. Als je helemaal naar de Amsteldijk moet dan neem je alles in één keer mee. Anders moest je nog een keer heen en terug. Meestal ging je ook met zijn tweeën, anders kwam je niet tegen de bruggen op. Een touw aan een haak voorop de bakfiets en trekken maar! Middeleeuws.

Vrachtauto
Later werd er een auto door de zaak aangeschaft. Een volkswagenbus. Dat was een hele verbetering maar er kon niet veel in. Als we enkele kasten moesten vervoeren dan kon er maar één in de bus dus moest je meerdere keren rijden. Daarna werd een Mercedes vrachtwagen aangeschaft. Een soort pick up maar dan groter. Deze had een grote laadbak, daar kon wat in. Maar als het regende, en dat doet het meestal, moest er een zeil over de spullen heen getrokken worden. Het is altijd wat.