Vossiusstraat
Een advocatenkantoor
in de Vossiustraat, daar probeerden ze nog wel eens in te breken. Wij kwamen
daar ook geregeld, maar dan gewoon aan de voordeur? Buiten het gewone onderhoud
waren er geregeld verbouwingen. Er is daar een trap naar de bovenverdiepingen.
Die is zo lang, dat wil je niet weten. Als je boven was met het materiaal was
je kapot. De meeste collega’s hadden er een hekel aan om daar te werken. Boren
en kloppen moest je zachtjes doen. Praten moest je zachtjes doen. Alles moest
zachtjes gebeuren. Ik heb wel eens zachtjes gedacht: zal ik jou eens zachtjes
in elkaar slaan! We hebben daar wel een nieuw tuinhuisje gebouwd. Dat hoefde
niet zachtjes te gebeuren. Als de dames en heren maar wel op een redelijke
manier met elkaar konden converseren!
Badhoevedorp
In Badhoevedorp op
een strook industrie staat een drukkerij waar enig werk uitgevoerd moest
worden. Aan de achterkant werd het houtwerk (rabatdelen) geheel vernieuwd. Het
was toevallig prachtig weer. Daarom ben ik het niet vergeten. We stonden op een
steigertje te werken in de zon. Niemand om je heen, geen gezeik. Ideaal, zo
moest het elke dag zijn. Met wie ik hier gewerkt heb, ik dacht Jan V., maar het
kan ook Ab B. of Ben H. geweest zijn?
Wibautstraat
Bij onderhoudswerk aan
woningen in de Wibautstraat zijn we schrikbarende toestanden tegengekomen. Ik
werkte daar samen met Jan V. Jan en Jan dus, en enkele anderen. De voorgevel
van het blok woningen werd ook voorzien van kunststof kozijnen. Mijn toenmalige
baas moest zo nodig dealer worden van een bepaald merk kunstofkozijnen. Nu had
ik het niet zo op dat kunststof. Je kan er niet aan zagen, niet schaven,
helemaal niks. Als ‘het kader’ de boel verkeerd had opgemeten dan waren ook
hier de rapen gaar. En dat gebeurde nog wel eens. Er mocht alleen in geboord
worden om de boel vast te zetten aan de gevel. Maar dat moest ook zo min mogelijk
zichtbaar gebeuren. Als alles gesteld en vastgezet was werden de ramen en de
deuren er in gemonteerd. Die werden ook weer gesteld zodat ze niet sleepten aan
de onderkant. Je moest alles afstellen. Ik kon mijn schaaf wel weggooien, ja ik
kon al mijn timmer-gereedschap wel weggooien. Natuurlijk heb ik dat niet
gedaan, maar bij wijze van spreken.
Gelukkig bleef er in
de rest van de woningen nog genoeg timmerwerk over. Meestal was ik daar dan ook
te vinden. Ik zei wel eens tegen de jongens: ‘als ze me zoeken dan ben ik poe…?’
Om nog even op die schrikbarende toestanden terug te komen. In de meeste
woningen daar, was geen douche aanwezig. Ik vroeg wel eens aan de bewoners hoe
ze zich wasten. Dat was voor mij een gewone vraag. Sommige mensen fronsen bij
zo’n vraag hun wenkbrauwen en denken, waar bemoeit ie zich mee! Voor de meesten
was het geen punt. Die gingen dan naar het badhuis, bij kennissen of familie.
Een enkele antwoordde dat hij of zij het met een washandje deden naast de
gestoofde peertjes! In dat geval vroeg ik maar niet verder.
Er was er een die
zich waste in de toiletpot? Hoe doe je dát, vroeg ik. Kom maar kijken zei de
man. Hij had inderdaad boven de toiletpot een warm en koudkraan en een douchekop
gemonteerd en daaromheen een douchegordijn? Dat gordijn hang ik dan in de pot
als ik sta te douchen. Als ik dat niet doe
gaan de buren weer klagen? Het is behelpen, maar ik ben niet anders
gewend. Wij mochten van de eigenaar bij hem geen douche maken, maar de
vensterbanken moesten wel vervangen worden? En de trapleuning vastgezet?
Wibautstraat met de gevel van kunststof |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten