zondag 15 juni 2014

Wibautstraat

Vossiusstraat
Een advocatenkantoor in de Vossiustraat, daar probeerden ze nog wel eens in te breken. Wij kwamen daar ook geregeld, maar dan gewoon aan de voordeur? Buiten het gewone onderhoud waren er geregeld verbouwingen. Er is daar een trap naar de bovenverdiepingen. Die is zo lang, dat wil je niet weten. Als je boven was met het materiaal was je kapot. De meeste collega’s hadden er een hekel aan om daar te werken. Boren en kloppen moest je zachtjes doen. Praten moest je zachtjes doen. Alles moest zachtjes gebeuren. Ik heb wel eens zachtjes gedacht: zal ik jou eens zachtjes in elkaar slaan! We hebben daar wel een nieuw tuinhuisje gebouwd. Dat hoefde niet zachtjes te gebeuren. Als de dames en heren maar wel op een redelijke manier met elkaar konden converseren!
 
Badhoevedorp
In Badhoevedorp op een strook industrie staat een drukkerij waar enig werk uitgevoerd moest worden. Aan de achterkant werd het houtwerk (rabatdelen) geheel vernieuwd. Het was toevallig prachtig weer. Daarom ben ik het niet vergeten. We stonden op een steigertje te werken in de zon. Niemand om je heen, geen gezeik. Ideaal, zo moest het elke dag zijn. Met wie ik hier gewerkt heb, ik dacht Jan V., maar het kan ook Ab B. of Ben H. geweest zijn?
 
Wibautstraat
Bij onderhoudswerk aan woningen in de Wibautstraat zijn we schrikbarende toestanden tegengekomen. Ik werkte daar samen met Jan V. Jan en Jan dus, en enkele anderen. De voorgevel van het blok woningen werd ook voorzien van kunststof kozijnen. Mijn toenmalige baas moest zo nodig dealer worden van een bepaald merk kunstofkozijnen. Nu had ik het niet zo op dat kunststof. Je kan er niet aan zagen, niet schaven, helemaal niks. Als ‘het kader’ de boel verkeerd had opgemeten dan waren ook hier de rapen gaar. En dat gebeurde nog wel eens. Er mocht alleen in geboord worden om de boel vast te zetten aan de gevel. Maar dat moest ook zo min mogelijk zichtbaar gebeuren. Als alles gesteld en vastgezet was werden de ramen en de deuren er in gemonteerd. Die werden ook weer gesteld zodat ze niet sleepten aan de onderkant. Je moest alles afstellen. Ik kon mijn schaaf wel weggooien, ja ik kon al mijn timmer-gereedschap wel weggooien. Natuurlijk heb ik dat niet gedaan, maar bij wijze van spreken.
 
Gelukkig bleef er in de rest van de woningen nog genoeg timmerwerk over. Meestal was ik daar dan ook te vinden. Ik zei wel eens tegen de jongens: ‘als ze me zoeken dan ben ik poe…?’ Om nog even op die schrikbarende toestanden terug te komen. In de meeste woningen daar, was geen douche aanwezig. Ik vroeg wel eens aan de bewoners hoe ze zich wasten. Dat was voor mij een gewone vraag. Sommige mensen fronsen bij zo’n vraag hun wenkbrauwen en denken, waar bemoeit ie zich mee! Voor de meesten was het geen punt. Die gingen dan naar het badhuis, bij kennissen of familie. Een enkele antwoordde dat hij of zij het met een washandje deden naast de gestoofde peertjes! In dat geval vroeg ik maar niet verder.

Er was er een die zich waste in de toiletpot? Hoe doe je dát, vroeg ik. Kom maar kijken zei de man. Hij had inderdaad boven de toiletpot een warm en koudkraan en een douchekop gemonteerd en daaromheen een douchegordijn? Dat gordijn hang ik dan in de pot als ik sta te douchen. Als ik dat niet doe  gaan de buren weer klagen? Het is behelpen, maar ik ben niet anders gewend. Wij mochten van de eigenaar bij hem geen douche maken, maar de vensterbanken moesten wel vervangen worden? En de trapleuning vastgezet?

Wibautstraat met de gevel van kunststof

Geen opmerkingen:

Een reactie posten