dinsdag 24 juni 2014

Het houten huis

Het houten huis
Mijn schoonvader had een huis dat bijna geheel uit hout bestond. Ik heb dat te laat in de gaten gekregen, want ik had natuurlijk alleen maar oog voor zijn dochter! Toen het eenmaal tot mij doorgedrongen was dat aan zijn huis veelvuldig onderhoud noodzakelijk was, was het te laat. Uiteindelijk mocht ik zijn dochter meenemen met dien verstande dat ik af en toe iets aan het huis deed! Ik stemde toe. Fout, fout, ik vergat dat hij ook nog een zoon had die ‘het houten huis’ van hem overnam. Ik kon gewoon doorklussen aan het huis. Alleen een andere eigenaar. In de loop der jaren is er veel verdokterd aan het huis. Van een betonnen keldervloer tot aan een nieuw pannendak en alles wat zich daartussen bevindt. Ik ben me ervan bewust dat ik er financieel niet veel beter van ben geworden. Maar ik heb er wel een lieve vrouw en leuke schoonfamilie aan overgehouden.
 
Betonvloer
Na veel gedelebareer met mijn schoonvader kwamen we er uit. Er ging een betonvloer komen onder het huis. Dat zou in ieder geval het zakken van het huis aanmerkelijk verminderen. Het huis is gebouwd half op het talud van de oude Waterlandsezeedijk en het drassige land erachter, genaamd het ‘blauwe zand.’ De oude ondergrond was een dunne cement vloer waaronder oude straatsteentjes. Maar deze was op verschillende plaatsen gebroken en er zaten grote rattenholen onder. Daar gaan we wat aan doen zei ik en stopte de holen vol met glas en stenen. Dag rat. In de stenen achtermuur heb ik hier en daar enige kastjes gehakt zodat de vloer naar mijn gevoel toch nog ergens op rustte. De oude steektrap was al weggesloopt. Op strategische punten heb ik nog wat betonijzer aan gebracht en in het midden 2 matten bouwstaal. Toen kon het betonstorten beginnen. Het moest echter met de hand aangemaakt worden. Met drie man zijn we twee dagen bezig geweest. Wat een klus! Maar toen lag er wel een strakgestreken betonvloer in. De nieuwe vloer was hier en daar meer dan 10 cm dik. Daarna is er een nieuwe draaitrap ingezet met daaronder en ernaast een ruime badcel. Dat was natuurlijk ongekend. Deze mensen hadden nooit een badcel gekend en nu konden ze zich ongelimiteerd douchen. Ik kon geen kwaad meer doen. Later is deze badgelegenheid er weer uitgesloopt en heb ik het geheel weer vergroot tot een echte badkamer. Ook de trap is weer verplaatst. Die heeft alle hoeken van het huis gezien!

Bijna brand
We waren bezig aan het dak van de uitbouw achter ‘het houten huis.’ Het vloerhout van het platte dak was klaar. We, mijn zwager Jaap en ik, gingen daarop mastiek branden. Bij de overgang van het nieuwe en oude gedeelte ging het bijna fout. Met een grote brander ging ik langs de plakkant van het mastiek. Jaap hield het mastiek omhoog en drukte het gesmolten gedeelte op de onderlaag van asfaltpapier. Ondertussen hield ik mijn brander even opzij. Ik merkte nog niet dat de brander enig isolatiemateriaal in vlam zette. Het brandende materiaal viel tussen het houten buitenschot en de houten betimmering binnen. Dat zag ik gebeuren! Het flitste door mij heen. Een enorme vuurzee verspreidde zich door het huis aan de dijk. Waarna het oversloeg naar de ernaast liggende panden, eveneens van hout opgetrokken. Zoals gezegd, ik zag het gebeuren. ‘Water, water,’ riep ik tegen Jaap. Deze sprong met een grote boog naar binnen en vulde een keteltje met water uit de kraan op zolder. Ik gooide het water tussen de schotten waar ondertussen wel rook vandaan kwam. Het zweet brak me uit. ‘Meer water, meer water,’ zei ik tegen mijn zwager. Zo hebben we enkele ketels water tussen de schotten geleegd en een beginnende brand in de kiem gesmoord. Het is ook de enige keer dat het huis werkelijk in gevaar is geweest. God zij dank maar één keer.

Kleine kelder
‘Het houten huis’ staat er nog. Het is ondertussen al weer diverse keren onderhanden genomen door mijn persoontje. Maar ook nog eens door de schoonvader van mijn zwager Jaap. Hij was degene die de ramen aan de voorgevel veranderd heeft. Bij deze werkzaamheden heeft hij in de kozijnen verschillende kogels gevonden. Kogels die in de oorlog door Duitsers afgevuurd waren vanaf een wachttoren midden in het Vliegenbos. Dit ter intimidatie van de dijkbewoners. Het kwam toen herhaaldelijk voor dat er razzia’s werden gehouden om mannen te bewegen om in Duitsland te gaan werken. Zo ook mijn schoonvader. Maar hij was ze altijd te slim af door in het kleine keldertje onder te duiken. Dat kleine keldertje bevond en bevindt zich nog steeds vlak achter de voordeur onder de vloer. Het is eigenlijk in het dijklichaam uitgegraven en was bestemd voor opslag van aardappelen en groenten. Dat deze ruimte door de Duitsers nooit is ontdekt is mij een raadsel. Waarschijnlijk had mijn schoonmoeder haar gezicht mee toen ze tegen de moffen zei dat de baas al naar Duitsland was. Ze stond dan robuust boven op het luik waaronder schoonpa lag tussen de aardappelen en de wortelen.


Het houten huis met het dakkapel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten