vrijdag 23 mei 2014

Museum

Heel in het begin was de werkplaats écht een museum. Alle machines werden toen (1957) nog met riemen aangedreven. Tenminste bij ons bedrijf. Een motor rustte met zijn as op de riem of riemen die dan langzaam in beweging kwamen als je op de knop ‘aan’ drukte. Deze riemen liepen om de haverklap van de as af als je met je hout iets te veel van de machine vergde. Je moest nog goed uitkijken anders kreeg je zo’n riem tegen je kop. Je moest deze riemen precies op lengte maken met een soort grote ijzeren nieten. En je moest ze steeds invetten met riemvet anders vlogen ze spontaan in brand.
Later kreeg je enkele of dubbele v-snaar aandrijving op de machines. Ze werden omgebouwd, niet vernieuwd. Dat ging echter een stuk beter. Een cirkelzaag kreeg dan 2 of 3 maal de snelheid dan die je anders gewend was. Dat zaagde of schaafde een stuk mooier en sneller. Eigenlijk waren die oude machines niet geschikt voor zulke snelheden. Denk maar eens aan de antieke kogellagers in hunne antieke behuizing. Ik denk er liever niet meer aan.
 
Iedere week werd wel iets aan onderhoud van machines of werkplaats gedaan. En dat moest ook op het week- of werkbriefje vermeld worden. In slappe tijden werd dan de halve week aan onderhoud gedaan. Voor een of twee weken kon dat nog wel. Maar werd dat méér dan begon men op het kantoortje zenuwachtig te worden? Zo gaan we failliet werd dan al gauw geopperd. Net of wij er wat aan konden doen dat we uit onze neus stonden te peuteren. Geef ons werk, dan komt alles goed zeiden wij, en gingen nog eens rond met de oliespuit!
 
Boekhoudster
Ook in den beginne was bij ons een boekhoudster in het kantoor aanwezig. Een boekhoudster was toendertijd een bezienswaardigheid. Die waren er niet veel. Meestal deed de baas of zijn vrouw de boekhouding van het bedrijf. Maar een boekhoudster; wat een luxe. Maar voor ons was het makkelijk want ze zette ook koffie en thee, en ze leefde met je mee. Je hoefde ook nooit op de tijd te letten, dat deed zij wel voor je? En stipt op tijd iedere week je werkbriefje inleveren, anders werd er niet uitbetaald! Tenminste dat zei ze. Maar buiten dat ze fanatiek voor de PvdA was, was het een aardig mens?
Zo aardig zelfs dat ze eens vroeg of ze mee kon helpen in de werkplaats. Dat was op een moment dat we het verschrikkelijk druk hadden. Er moesten enige honderden blokjes, waar een ronding in gezaagd was, gevijld en geschuurd worden. ‘Dat doe ik wel,’ riep ze strijdlustig! En daar hadden we plotseling een werkneemster erbij van pakweg begin 50 jaar. Ze liet haar eigen werk gewoon liggen. Maar aan het einde van de dag waren al haar nagels gebroken. Haar neusgaten zaten dicht van het stof en ze had pijn in haar rug. ‘U bent rijp om afgekeurd te worden,’ riep ik naar haar. Ze moest er om lachen maar de volgende dag zat ze toch maar weer op haar eigen kantoorstoel!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten