vrijdag 23 mei 2014

Machines en vingers

Machines en vingers
Vele jaren heb ik in de werkplaats aan de machines gewerkt. Nog als ik het er over heb steek ik mijn handen naar voren en beweeg even alle vingers heen en weer. Dit ten teken dat ik ze alle tien nog bezit. Dat kon chef Ben niet zeggen. Hij had bijna al zijn vingers al uitgeprobeerd op diverse machines. Ze waren dan ook allemaal verschillend van lengte. Mijn motto is 'ieder krijgt waar hij om vraagt'. Als je in een werkplaats vol met machines even niet oplet kan het fout gaan. Waar ik me aan kon ergeren was, als je ingespannen met een draaiende machine bezig was iemand op je schouder tikte. Door het lawaai hoor je iemand niet aankomen en in een schrikreactie kunnen dan nare dingen gebeuren.
 
Ik zie het nog als een film voor me als ik er aan denk. Chef Ben was aan het schaven op een zogeheten vlakbank. Ik stond aan de andere kant om de houten balk met de hand te geleiden en uiteindelijk van hem over te nemen. Opeens gaat chef rechtop staan en steekt zijn hand omhoog. Ik zag het al meteen. De machine had de top van een van zijn vingers afgerukt. Ik zag het volgende botje bloot liggen, en de vellen hingen er bij. Hij zei nog ‘het valt wel mee, het bloedt niet.’ Maar dat bloed kwam natuurlijk wel. Ik zeg ‘het valt niet mee, wij gaan meteen naar de eerste hulp in het ziekenhuis’. Eerst nog gezocht naar rondslingerende vingertoppen, maar niks gevonden. Toen hele (resterende) hand in een theedoek en in de auto naar het VU. Daar hebben ze nog een toer gehad om het weer een beetje te fatsoeneren. Spierwit maar met een grimas op zijn gezicht kwam hij naar buiten. Arm in een mitella en de vinger op een spalk. Kijk, van zulke dingen leg ik nou wakker!
 
Museum
Waar ik ook wel eens wakker van lag was het feit dat als je eens klaagde over de demorabele toestand van een van de machines, je bijna altijd nul op het rekest kreeg. Ik heb in mijn hele loopbaan nog nooit met een nieuwe machine gewerkt. En dat durf ik met vette hoofdletters in de Telegraaf te laten zetten. Veel te duur, werd er dan gezegd! Hoeveel kost dat wel niet! Wat denk je wel! Kan je het zelf repareren? Ga zo maar door. Alles kon, maar het mocht geen cent kosten. Maar ja, aan zo’n gietijzeren kolos repareer je niet veel. En helemaal niet als timmerman zijnde. Soms, heel soms kwam er een vakman bij. Die vroeg dan of hij entréé moest betalen voor het museum?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten