zaterdag 5 april 2014

Rook en vuur

Formica en perstorp
Je had tijden dat er bepaalde materialen favoriet waren. Zoals wat ik hiervoor noemde de hardboardtijd, had je ook de zachtboardtijd en de schrootjesperiode. We hebben ook de periode van formica en perstorp gehad. Dit waren kunststof platen, in heel veel kleuren. Formica was er eerder dan perstorp, en was ook iets dikker. Dit spul kon je dan op hout of op multiplexplaten plakken. Het zag er dan wat vrolijker uit en was slijtvast. Tafelbladen, toonbanken, kapstokken, winkelschappen, nou ja noem maar op, werden er mee opgefleurd. Je moest wel de beide plakkanten insmeren met snuiflijm, de zogenaamde bisonkit of later de bisontix. Insmeren, even wachten, en dan op elkaar plakken en klaar is Kees! Ja, ja, vergeet het maar. Het nare met deze lijm is dat als je het contakt met de twee lijmvlakken gemaakt hebt je niet meer kan schuiven of even lostrekken. Als het fout was gedaan kon je het weggooien en opnieuw beginnen. Met grote platen was het zweten, want ze kosten ook nog een vermogen. Je moest ook oppassen dat er, tijdens het plakken, geen luchtbellen tussen de lijmvlakken kwamen, want dat zag je meteen op een groot vlak. Kleine luchtbellen losten we op door er met een warme strijkbout over te strijken. Je hoopte dan dat de lijm iets oploste en alsnog ging plakken zodat de luchtbel geminimaliseerd werd. Dat waren wel noodoplossingen die in het uiterste geval werden toegepast. Dat deden we alleen als we wanhopig waren!

Steekvlam
Eens moesten we, ikzelf, schele Auke en Jan V, hardboardplaten in houten stellingen lijmen. Uiteraard met bisontix. We hadden een hele plaat ingesmeerd en we moesten even wachten tot hij pikdroog was. In een vlaag van verstandsverbijstering stak ik een sigaret op vlak bij de ingesmeerde plaat. Een enorme steekvlam zo groot als de plaat zelf steeg rechtstandig omhoog! Ik schrok me wezenloos. De hele verdieping vulde zich met een blauwe walm. We gooiden ogenblikkelijk alle ramen open. Maar het leed was al geleden. De hele verdieping, waar de schilders bijna klaar waren, kon weer overgedaan worden. De plafonds waren wit, nu grijs. Stom, stom, stom. Tegenover onze baas deden we of het een ongelukje was. Hij was gelukkig verzekerd voor zulke 'bedrijfsongelukjes.' Het was een beste baas!

Stoppen met roken
Ik heb bij deze grap op het punt gestaan om te stoppen met roken. Maar ik was net begonnen met roken en dan is het lullig om meteen weer te stoppen. Het was me trouwens toch niet gelukt. Later, na 35 jaar ben ik wel gestopt met roken. Dat kwam doordat de kinderen begonnen te morren en door een hoestbui. Want van roken ga je hoesten. Op een gegeven moment moest ik zo verschrikkelijk hoesten dat er na die hoestbui iets uit mijn mond hing. Ik duwde het terug. Volgens mij was het een stuk van mijn longen. Omstanders zeiden dat het mijn tong was, maar ik betwijfel het nog steeds. Dat werd te gek, en ik stopte meteen met roken. Gelukkig heb ik er verder geen nadelige gevolgen van ondervonden en ik hoop anderen ook niet. Tenminste, aan de buitenkant is niets te zien, maar wie weet wat er daarbinnen aangericht is. Volgens mij moet het er uitzien als een afgekeurd ketelhuis. Als ze nog maar even wachten met slopen?

Afgebrande woning
Soms, gelukkig heel zelden,  kregen we opdracht om een afgebrande woning weer bewoonbaar te maken. Dat klinkt eenvoudig maar is het niet. Mijn baas wist dat meestal eerder dan wij. Ja voorkennis. Zoiets vertelde hij ons heel voorzichtig. Want hij wist dat niemand van ons daarop zat te wachten. Een afgebrande woning is het ergste wat er is. Niet alleen voor de vorige bewoners maar voor ons was het nog veel erger. Je moest dan alles eruit slopen, ook alle kozijnen. Helemaal kaal. Het duurt heel lang voordat de brandlucht weg is. Tijdens het sloopwerk ga je als zwarte Piet naar huis. En de volgende dag speel je weer voor Piet. Net zolang tot je geen verbrand hout meer aan hoeft te raken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten