N.Z.Voorburgwal
In gebouw ‘Candida’
op de Nieuwe Zijds Voorburgwal moest enig onderhoud gedaan worden. Ik ging er
heen met ome Ben. Een klein gebogen mannetje met een bruine tabaksnor. Nee,
niet chef Ben. Ome Ben woonde aan de overkant in de Nieuwe Nieuwstraat dus
waarschijnlijk was hij wel bekend in het gebouw. Aan de binnenkant van de
liftschacht zaten een paar platen los. Die moesten we vastzetten. Nu was het
een lift die de hele dag doorliep, een zogenaamd ‘Pater Nosterliftje.’ Als de
lift op de verdieping was stapte je erin en lifte je mee naar de volgende
verdieping. Er zaten geen deuren in. De lift kon je met een sleutel in werking
stellen. De conciërge zei: houden jullie de sleutel maar bij je, anders zet
iemand misschien de lift aan als je daar bezig bent. Dat vonden we inderdaad
wel zo veilig. Ome Ben was daar in de buurt bij meer zaken bekend. Onder andere
bij hotel ‘Suisse’ in de Kalverstraat. Daar hadden we de werkruimtes in
onderhoud zoals de keuken. Ook bij een, bij journalisten, bekend café in de
Gravenstraat kwam ome Ben geregeld. Maar dan meer om in te nemen, als je
begrijpt wat ik bedoel. Hij was zéker een bekend figuur in deze buurt. Toen hij
eens ziek was heb ik wel eens zijn loonzakje thuis gebracht. Of hij familie had
weet ik niet. Wat ik wel weet is dat hij vrijgezel was en kleine sigaartjes
rookte, en af en toe op een verschrikkelijk manier hoestte. Op een gegeven
moment is hij daar dan ook in gebleven!
Javastraat
Ook eenmanszaken
wisten ons te vinden. Bijvoorbeeld een sportkledingzaakje in de Javastraat.
Hier moest eigenlijk alles gestukadoord worden maar dit was te duur. Toen heb
ik samen met ome Willem alle muren 'uitgetengeld' en bekleed met hardboard. Wat
een kloteklus!! Maar het scheen goedkoper te zijn dan een stukadoor. Dat was in
de hardboardtijd. De eigenaar woonde met vrouw en kind achter de zaak. Hij
maakte als ik het goed heb zelf zijn sportkleding. Maar ik vond het maar een
zielig zaakje en hij was in mijn ogen een zielig mannetje (niet denigrerend
bedoeld). Volgens mij bestaat die zaak niet meer. Als je zelf je sportkleding
moet maken, nou nee! Zeker weten dat hij niet meer bestaat.
Willemstraat
Een stomerij in de
Willemstraat (Jordaan) regelde ons alleen voor lekkages en reparaties op het
dak. Wie de Jordaan kent weet dat daar de meest ontoegankelijke plaatsen te
vinden zijn. Als je de smalle trappen beklommen had met gereedschap en
materiaal was je al kapot. Dan was je nog niet óp het dak maar pas op de
zolder. Voor en achter had je wel een raam, maar als je vandaaruit het dak op
wilde moest je eerst leren vliegen. Aan de zijkant, vlak naast de schoorsteen
zat meestal ook nog een onogelijk klein raampje. Ik kon er, als ik mijn adem
inhield, net doorheen, nádat ik enig gereedschap in de smalle goot had
gedeponeerd. Dan met de summiere aanwijzigingen van de stomers beneden zoeken
naar de lekkage. Die zat daar meestal bij de schoorsteen. Daar was het lood uit
de voegen geschoven. Dat moest eerst weer terug en vastgeklemd in de voeg met
een opgerold strookje lood. Dan moest je toch nog een keer terug door het
raampje om op de zolder wat cement klaar te maken. Daar moesten dan de voegen
ter plaatse van het lood mee gerepareerd worden. Je was er zomaar een paar uur
mee bezig. Maar dat vond ik niet erg want er was niemand die op je vingers keek.
Zo vrij als een vogel! Vele lekkages later moesten we de hele schoorsteen
buiten op het dak slopen. Een klein stukje tot net boven de pannen bleef staan.
Voor het weggesloopte gedeelte kwamen dan dubbelwandige eternietpijpen met
bovenop een hoed, die we schoorden met stalen kabels. De pijpen werden wel
buitenom omhoog gehesen, want die konden natuurlijk niet door dat kleine
raampje. Als ik door de Willemstraat fiets, kijk ik nog wel eens omhoog en zie
dat de schoorsteenpijpen er nog steeds staan. Als een kaars.
Willemsstraat, voorheen een stomerij
Geen opmerkingen:
Een reactie posten