Minervaplein
Op het Minervaplein
werkte ik ook samen met Appie. Hier moest een woning het ontgelden. Die woning
moest volledig opgeknapt worden. Het Minervaplein ligt in het sjieke gedeelte
van Amsterdam-zuid. Dus dat was lappen om de hamer, schoenen uit, geen lawaai,
niet poepen en piesen want dat was vies, niet hardop vloeken want dat was
verboden. Kort gezegd, je moest om de buren denken. Maar zij dachten niet aan
jou. De hele woning moest gestript worden. Alleen het toilet in de ruimte met
dezelfde naam mocht voorlopig blijven staan. Ja, nogal wiedus, je moet toch
schij ... poepen! Dat deden we dan ook. Het nare was dat de pot al gauw
verstopt was, met teveel mensen. Dus de loodgieter moest dat maar even
oplossen. Nou, hij moest het elke drie dagen oplossen. Volgens mij is het riool
verstopt, opperde hij. Hoe het ook zei, de pot was constant volgescheten. Op
een gegeven moment was het werk zover dat de wc-pot omgewisseld moest worden
voor een nieuwe. Wij, Appie en ik, waren bouwvuil aan het afhijsen. Dus ik zeg
tegen Ap, die beneden op straat stond, dat hij even moest wachten. Het volgende
vrachtje zou zeer bijzonder zijn? Met opgetrokken neus bukte ik mij over de
volgescheten pot met stront. Ik tilde hem voorzichtig op en zette hem bij het
hijsraam op het hijstouw. Ik maakte de lus met het touw en trok hem strak. Toen
gaf ik een kreet naar beneden en er werd aan het touw getrokken. De pot met
poep zwaaide met een sierlijke boog naar buiten. Appie verwachtte zoiets niet.
Hij zag de pot, liet het touw los en rende weg. Gelukkig kwam de pot van twee
hoog precies in de container terecht en spatte daar in stukken uit elkaar. Hij
spatte letterlijk want de hele container zat onder de stront! Ap zei later: ‘die
vuiligheid van een ander mot ik niet.’
Ap hield niet van
dat soort vuiligheid. Smerige handen vond hij niet erg, maar er moest geen poep
aan komen. Dan was hij als de dood. Ikzelf vindt het niet zo erg als er poep
aan de handen komt. Maar het moet natuurlijk niet te gek worden. Verstandig is
toch om voor het eten even de handen te wassen. Niet alleen voor jezelf maar
ook voor de anderen die weten dat je met poepiedoe gewerkt hebt.
Water en zout
Dezelfde klus was
bijna op het einde. In sommige kamers lag al vloerbedekking. En geen goedkope
rommel. Heel lichte vloerbedekking, zo besmettelijk als wat. Toch moest er door
een stomme communicatiefout nog een oude verwarmingsradiator verwijderd worden.
Er zaten geen leidingen meer aan. Wij maakten hem los van zijn beugels en
tilden het loodzware ding op zijn kant de kamer uit. Bij het raam aan de
voorkant zetten we hem klaar om af te hijsen. We liepen terug naar de kamer en
schrokken ons wezenloos. Een spoor van inktzwart water liep over het nieuwe
lichte tapijt. Oooojee!!! riep Ap. Aaaaaah!!! kreunde ik. Er zat nog water in
dat ding. Mijn God wat nu. Ik gaf enige bevelen zoals ik ze in het leger gehoord
had. Niet op lopen. Goed nat maken met schoon water. Nu!!! Ik ga zout halen. Ik
rende naar beneden naar de dichtstbijzijnde kruidenier in de buurt en griste 3
pakken zout uit de schappen. ‘Snel afrekenen’ bitste ik tegen de caissiĆ©re ‘het
is een zaak van leven en dood.’ Ik rende weer terug naar de plek des onheils,
waar Ap al druk bezig was de boel nat te maken met schoon water. Ik strooide al
het zout over het spoor van donkere drek. Zo nu een uurtje in laten trekken en
dan maar hopen dat het in het zout is getrokken. Ik begon te bidden en te
smeken dat het zou lukken. Ap keek me van opzij meewarig aan. ‘Gaat het Jan’
zei hij. ‘Klootzak dat je bent’ zei ik tegen mezelf! ‘Wat denk je dat dit
geintje gaat kosten. Laat het alsjeblief goed gaan.’ Alsof de Heer onze
smeekbeden gehoord en verhoord had. Het ging wonder boven wonder helemaal goed.
Toen de boel zo goed als droog was hebben we voorzichtig met een blik en
borstel en een stofzuiger de rommel weggehaald. Je zag er bijna niets meer van!
Gelukkig kwam er een tweepersoonsbed te staan op de plek waar ik dacht dat je
nog iets zag van het spoor. Bijna niemand wist van dit voorval. We waren die
dag toevallig met weinig mensen. Zo zie je, een ongeluk zit in een klein hoekje.
Minervaplein, de verdieping met de markiezen zonwering |
Haha, wat een verhaal. Smakelijk geschreven ; ) Het is wat, in kak-Zuid. Heb je nog net geen rioolontstopping nodig!
BeantwoordenVerwijderen