dinsdag 12 augustus 2014

Rinus

Plantage Muidergracht
Bij een werk aan de Plantage Muidergracht moest een woonhuis welke achter het huis een enorme tuin bezat, uitgebouwd worden. Dus zeker de halve tuin werd bebouwd met slaapkamers, werkkamer en woonkamer? Het oude pand aan de voorkant werd later gebruikt als fietsenhok! Ik had medelijden met de omwonenden want die hadden allemaal een heel klein rot tuintje. Dat ze daar een vergunning voor geven? Maar goed, daar kan ik me niet al te zeer in verdiepen. We hadden daar een nieuwe uitvoerder, Henk. Wel een geschikte vent in de omgang. Alleen als het werk even stroef verliep was Henk geestelijk onbereikbaar? Hij was er wel maar toch ook weer niet? Bijna elke morgen was het daar een chaos wat betreft de stroomvoorziening.  Als je de stroom ingeschakeld had en iedereen lekker bezig was viel alles uit. Pikdonker. Je hoorde wel stemmen maar je zag niemand. Dat gebeurde niet éénmaal maar om de haverklap! Ik heb me daar dan ook eens lelijk verstapt. Het licht was weer eens uitgevallen en er was ergens, vlak bij mij, een afstap van ongeveer 50 cm. Maar waar precies is me later duidelijk geworden toen ik op die plek met een zwaar verstuikte enkel op de grond lag te kermen! ‘Stop je voet in een emmer met koud water,’ zei Henk. Het zweet liep over me voorhoofd terwijl het toch midden in de winter was? Ik gromde iets over de arbeidsinspectie en heb me toen maar naar huis laten brengen. Het viel mij nog mee. Ik ben één week thuis geweest. Daarna stond ik weer op mijn voet, maar een jaar daarna voelde ik nóg die enkel. Sinds die tijd kijk ik geregeld naar de vloer voor me! Je weet nooit wat voor afgrond je tegen komt?
 
Rinus
Op dit werk had ik ook een collega-timmerman. Zijn naam is Rinus. Om met hem te werken was geen probleem. Hij had er wel kaas van gegeten? Met andere woorden: hij verstond zijn vak wel. Maar Rinus was een beetje goedgelovig in de omgang. En je moest niet aan zijn gereedschap komen zonder zijn toestemming. We moesten alle aangebrachte dakbalken op één lengte afzagen. Geen probleem. Ieder aan een kant van het dak. Spijker op de lengtemaat van de balken en een draad gespannen. Oké, Rinus zag het helemaal zitten. Ik dacht, wacht, even kijken of je alert bent Rinus. Rinus was met zijn rug naar mij toe al druk aan het zagen. Ik haakte de lijn gauw even helemaal uit de richting en riep: Rinus, wat doe je nou, dit gaat helemaal niet goed! Nu moeten we alle balken vernieuwen, Rinuuuuuuus!

Rinus keek verschrikt om en riep: ‘O! néé, heb ik dat gedaan!’ ‘Ja Rinus, dat is jouw schuld, dat wordt ontslag?’ zei ik. Rinus keek eens naar de draad, en Rinus keek nog eens. Toen zei hij: ‘Neem je me nou in de zeik of niet, wat is er nou!’ Ik liet de draad terug schieten en zei: ‘Nee, het valt mee Rinus, ik heb het al opgelost.’ Tot op de dag van vandaag vraagt ie zich af wat er toen loos was. Hij zag het niet.
 
Zijn gereedschap was hem heilig. Ik heb het uitgeprobeert? Als ik zonder te vragen even zijn hamer pakte, keek hij me verschrikt aan. Zijn ogen volgden de bewegingen van zijn hamer, zoals je een vogel ook wel eens zijn kop ziet bewegen. Een beetje schokkerig. Maar ik zei ook wel eens quasi nonchalant: ‘Rinus ik gebruik even je hamer!’ Dan was er niks aan de hand? Hij zei zelfs: ‘Lekker hamertje he! Jan.’
Goeie vent, die Rinus. Ze moesten hem alleen niet zo pesten!
 
Soep
En dan dat geval met die pan soep. Dat was ook op dit werk. Er moest een bekisting voor een betonmuur gesteld worden. Daarvoor moesten we in de tuin van de buren enige werkzaamheden verrichten. Het was natuurlijk weer eens steenkoud zoals meestal het geval. We waren al een tijd bezig toen de buurvrouw naar ons toekwam. Ik heb een pan soep voor jullie allemaal gemaakt, zei ze. Nou mevrouw, u bent de eerste die om ons denkt, enz, enz. Als de pan leeg is komen we hem wel terug brengen, dank u wel! Wij naar binnen met die pan soep. Eigenlijk rook ik het al, een zurige lucht? Ik proefde, maar de soep was niet om te vreten. Rinus vond van wel, hij nam wel drie koppen soep en slurpte de bagger zo naar binnen! Een van de stukadoors had ook varkensneigingen en nam ook zijn portie. Ik zal die pan even terug brengen, zei Rinus. Twee dagen later hoorden we pas dat Rinus de buurvrouw niet thuis trof en de pan met de restanten soep voor haar deur had neergezet. Nog twee dagen later hoorden we dat de buurvrouw haar pan in het parkje aan de overkant van de straat had zien staan. Ze heeft hem toen opgehaald. De pan was door een zwerver helemaal schoongeschraapt en in het parkje gedumpt. We hebben van haar nooit geen soep meer gehad. Jammer hé, Rinus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten