dinsdag 12 augustus 2014

Pillenbrug

Pillenbrug
Op de Nieuwe Zijds Achterburgwal vlak voor de z.g. ‘pillenbrug’ werkte ik met mijn oude maatje Appie aan de restauratie van een pand. Onze uitvoerder Herman kwam daar ook af en toe eens kijken en instructies geven, zoals het een uitvoerder betaamd. In dit huis moesten veel nepbalken gemaakt worden. Dat was nog niet eens zo eenvoudig want alle plafonds liepen zo scheef als een hoer! Dat woord mag je in deze buurt wel gebruiken. Want er werken daar meer hoeren dan timmerlieden. Maar goed daarom niet getreurd. Wat ik wel betreurde was dat onze poepdoos door de alom aanwezige junkies als opslagruimte werd gebruikt. Geregeld moesten we de doos ontdoen van dozen en tassen met kleding en andere troep. We hebben ze wel eens een tijdje afgelegd en dan heb ik het over de junkies. Een rat vertoond precies hetzelfde gedrag! De pillenbrug word door veel mensen als een van de meest criminele plaatsen in Amsterdam gezien. En inderdaad is het aanbieden van drugs daar een van de meest gebezigde activiteiten. Maar een kale moord en doodslag komt op deze brug bijna niet voor. Daar is het gewoon te druk voor! Het is daar soms drukker dan in de Kalverstraat op zaterdagmiddag. Helaas heb ik dat werk niet tot het einde mee mogen maken.

 
Herengracht
Het was weer eens midden in de winter toen we enkele appartementen moesten realiseren op de Herengracht. Een voor onze begrippen behoorlijk groot werk. Midden in het grootste pand, want het waren er drie, kwam een lift en een trappenhuis. Aan mij was de eer te beurt gevallen om het binnenplaatsje een opknapbeurt te geven. In de stalen kozijnen kwamen nieuwe panelen welke weer met latten vastgezet moesten worden. Een heidens karwei. Op deze plek, op de steiger, stond ik stijf van de muziek die uit verschillende radio’s op verschillende verdiepingen mijn oren teisterde. Om een uur of twaalf zwol dit afgrijselijke lawaai aan tot een mix die pijn deed aan mijn oren. Later in de middag zakte de ‘muziek’ langzaam in tot er uiteindelijk één stem te horen was. Dat was ook het moment om het gereedschap op te bergen voor die dag. Toen het binnenplaatsje klaar was mocht ik met Appie het dak op. Hier werd een uitgang, van het appartement beneden, naar het dakterras gerealiseerd. Een dakterras, helemaal van hardhouten delen. Aan de voorkant stond je dan voor een soort bordes naar de toeristen in de rondvaartboten te zwaaien. In het appartement beneden (3e verdieping) moest ook een betonvloer gestort worden. En niet zo’n kleintje ook, de halve verdieping. Natuurlijk kwam de beton op het gebruikelijke onchristelijke uur laat in de middag? En er moest eerst een slang gemonteerd worden naar de derde verdieping. Ook dat vergde tijd. Toen de eerste beton de verdieping op stroomde was het bijna tijd om naar huis te gaan. De een na de ander verdween geruisloos met een smoes. En dan hebben ze het over collegiale bouwvakkers! Toen ik de vloer aan het afstrijken was, zag ik niemand meer, alleen Martin, onze uitvoerder, was er nog. Hij had gevraagd of ik het ‘even’ af wilde maken. Het was wel half zeven. Ik zeg tegen Martin: ‘Ik kom morgen wel later dan hoeven we er geen overwerk van te maken.’ Hij keek me dankbaar aan en ook bij hem sprongen de tranen in zijn ogen. Van je collega’s moet je het hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten