zondag 7 september 2014

Gasthuismolensteeg

Gasthuismolensteeg
Een mooie restauratie en renovatie van een historisch pand op de hoek van de Herengracht en de Gasthuismolensteeg, die ik voor geen goud had willen missen, was tevens mijn laatste klus in de bouw. Dit pand dateert weliswaar uit de eerste helft van de negentiende eeuw maar domineert toch duidelijk tussen de andere panden. Ook door zijn bijzondere kleuren. Precies op de hoek tegen de gevel is de toenmalige bouwer en bewoner weergegeven: een blanke Afrikaanse boer.
Deze restauratie werd uitgevoerd door een bouwbedrijf die een samenwerkingsverband aanging met mijn huidige werkgever. Dus de bouwfamilie werd steeds groter. Ikzelf was aan hen uitgeleend. Het gebeurt wel meer dat je ’s morgens niet weet voor wie je ’s avonds werkt? Dat is heel normaal en gebruikelijk in de steeds diverser wordende bouwwereld. Maar om terug te komen bij de Afrikaanse boer. Deze werd niet door ons onderhanden genomen, maar uitbesteed aan een ‘kunstenaar of kunstenmaker’. De teakhouten onderpui mocht ik o.a. voor mijn rekening nemen van onze uitvoerder Wim. Een andere collega, van voren genaamd Marco was alle ramen en betimmeringen aan het vernielen of vernieuwen. Nou ja, het zal het laatste wel geweest zijn! In de steeg was ook nog een stukje nieuwbouw gerealiseerd wat bij het hoekpand betrokken werd. De oppervlakte van de appartementjes werd hierdoor belangrijk vergroot. Zo kreeg ook de later gevestigde schoenenzaak op de begane grond wat meer opslagruimte. Ook bij deze klus stond op de Heerengracht aan de waterkant een Pipowagen welke fungeerde als koffie en schaftkeet. Ook belangrijk was de er naast staande poepdoos. Heel veel toeristen heb ik aan de deur van deze op slot zijnde poepdoos zien morrelen, in de hoop dat zij zich even terug konden trekken. Maar Wim was hierin zeer selectief. Alleen SFB-leden hadden toegang tot dit kleine kamertje. Maar hij kon toch niet tegenhouden dat er zich ’s morgens enige zorgvuldig gedraaide hopen naast het hok bevonden! Misschien was dat zijn straf omdat hij elke dag de deur op slot deed. Om even over te schakelen op een ander onderwerp. Op een gegeven moment heb ik in deze ploeg een hooggeplaatste positie in mogen nemen. De bevoorrechte positie bestond uit het halen van broodbeleg, melk en haring van de kar. Ik wreef mij in de handen want een kwartier voor schafttijd mocht ik mij inzetten voor dit belangrijke sociale gebeuren. Wim belde even van tevoren naar de haringkar op de Westermarkt en deed zijn bestelling zodat ik alleen nog maar hoefde te betalen en mee te nemen. Bij AH haalde ik dan de rest. Ja, de winkelstand in deze buurt floreerde best. Best sociaal waren we ook voor de tegenover ons gevestigde sigarenboer. Mag ik dit eigenlijk nog wel zeggen? We ontvingen voor hem de vroege kranten. Als hijzelf gearriveerd was smeten we de kranten weer in zijn winkel. Daar zat toch ongeveer een uur tussen. Een beetje sociale controle.

VUT
Mijn laatste klus in dienst van een baas cq werkgever is gedaan. Mijn loopbaan als geregistreerd timmerman is ten einde. Als je deze zin 5 keer achter elkaar opleest klinkt het steeds dramatischer. Maar het tegendeel is waar. Ik zie voor me een weliswaar bijna lege dagindeling met als hoogtepunten, stofzuigen, boodschappen doen en de al te lang liggende reparaties aan het huis. Maar ik ben hoopvol, want ik heb ook nog hobby’s. Het enige nadeel is dat deze hobby’s veel geld kosten. En zoals in de verhalen al gememoreerd: een timmerman zal nooit rijk worden van het timmeren! Dus moeten wij ook hier voorzichtig te werk gaan. In ieder geval heb ik de eerste tijd grote delen van de dag gevuld met het opschrijven van deze herinneringen.

‘Nou, ome Jan, zei de schoolverlater, dat waren mooie verhalen. Sommige waren echter iets minder mooi.’ Ik zeg tegen hem: ‘Het is niet altijd rozegeur en maneschijn. Maar je moet het zien als een leerproces. Van elke klus leer je weer andere dingen maar op het laatst ben je wel een alround timmerman. Dus wat doe je, ga je door in de bouw of stop je?’ ‘Nee, nee, ome Jan, ik ga der voor.’ ‘Oké zeg ik: eindelijk iemand die in mijn voetspoor verder wil. Het ga je goed en onthoud wat ik verteld heb. Het kan van pas komen.’

Hoofddorpweg

Hoofddorpweg
Ook een filiaal van een bank op de Hoofddorpweg in oud zuid is geheel op de schop gegaan. Deze bestond uit de begane grond en een verdieping. Daarboven waren appartementen. Aan de achterkant is een uitbouw gemaakt voor kantoorruimte. Dat zat nog vrij ingewikkeld in elkaar want rondom woonden buren. Elke deur en raam moest daar zwaar beveiligd worden. Dat werk was natuurlijk voor mijn persoontje weggelegd. Ik werkte daar met uitvoerder Ton, voorman Cor en Johan, onze metselaar. Af en toe hadden we hulp van de jongere garde van het bedrijf. Het was daar een komen en gaan van mensen. Ook deze bank had een kluis welke tijdens de verbouwing enkele uren per week (vrijdags) open was voor klanten. Hoe dat in elkaar zat vertelden ze mij niet natuurlijk. Ik kwam er alleen om voor het vrijdagbezoek te stofzuigen. Maar je had wel een bewaker achter je staan.
Boven ging het werk natuurlijk gestaag door. Er werden wanden weggebroken en weer opgemetseld. De gebruikelijke systeemplafonds met airco. Hier en daar moest een deur afgehangen worden en her en der wat aftimmeringen. Ook een keuken moest geplaatst worden en gebruiksklaar gemaakt. Bij zulke klussen kon je duidelijk merken dat een timmerman een ondergeschoven plek ging innemen. Het is hard maar het kon niet anders. Een timmerman is steeds minder nodig. Andere disiplines zijn op de voorgrond getreden. Bijvoorbeeld de plafondboeren. Daar komt geen houtrot (timmerman) meer aan te pas. De vloeren worden gegoten, daar zijn wij niet meer nodig. Kozijnen en ramen komen kant en klaar op het werk. Je hoeft ze alleen nog maar op hun plek te stellen en vast te zetten. In de ramen is het glas al aanwezig, je kan er meteen doorheen kijken?
Voor Cor was dit werk het einde van zijn Nederlandse carrière. Ik ga het nu maken in Ierland, riep hij. Na het gebruikelijke biertje nam hij afscheid van alle jongens. Hij werd afgehaald door familie. Het laatste wat we van hem zagen was zijn altijd grijnzende kop achter de voorruit van de auto. En weg was hij.

De Balie
Tussen alle bedrijven door werd ik wel eens van een werk gesleurd om een kleinere klus te klaren. Zoals een voor mij klein klusje in de vorm van het aanbrengen van een ventilator op het dak van theater de Balie. Op het dak was het geen probleem want daar kan je zo bij. Maar beneden moest een gat in het plafond gemaakt worden. Dat plafond zat wel op een hoogte van 6 meter. Daar moest een grote rolsteiger voor komen. En alles moest met plastic afgedekt. Wat een toestand voor één gaatje!

Leidseplein
Op het Leidseplein heb ik gewerkt aan de verbouwing van de twee bovenste verdiepingen van het z.g. KLM gebouw. Een groot en immens werk onder regie van uitvoerder Martin. Heel veel staal en zwaar werk. Boven in het dak werden lichtstraten aangebracht. Tenminste, dat was de bedoeling. Maar voor we zover waren was ik al naar de Gasthuismolensteeg.

zondag 17 augustus 2014

Kromme Leimuidenstraat

Kromme Leimuidenstraat
Bij een renovatie van een aantal woningen in de Kromme Leimuidenstraat was het weer hetzelfde liedje, zoals bij zoveel renovaties. Kokers, plafonds en keukenkastjes. Van buiten moest het mooi worden maar van binnen woonden van die lastige mensen, dus daar niet te veel soelaas! Maar ze (.) vergaten dat deze mensen in feite de waarde van hun panden bepaalden door trouw hun huur te betalen. Je kunt het ‘niet helemaal’ vergelijken met een vrouw die haar hele voorgevel op heeft laten trekken en van achteren nog steeds bruine bagger schijt!
Ik keer terug naar de rauwe werkelijkheid. Op dit werk liepen veel ingehuurde bouwmensen rond. Mensen waarvan je je afvroeg of dit wel vakmensen waren op hun gebied. Het was ook op dit werk dat een Surinaamse stukadoor mij meedeelde dat hij nog geld van mij kreeg. Ik krabte me even achter mijn oor en zei: ‘Hoezoo?’ ‘Ja, jullie hebben driehonderd jaar geleden mijn voorouders bestolen en uitgebuit! En daar wou ik nu toch wel eens wat van terugzien!’ Ik keek hem verbaasd aan en kon nog uitbrengen: ‘Je hebt gelijk, maar ik zit deze maand nogal krap, mag het de volgende maand?’
Op dit werk ben ik verschillende keren bijna in huilen uitgebarsten. Cor riep wel eens: ‘Jan, jongen, wat is er nou, heb je zo’n verdriet.’ ‘Ja, grja,’ riep ik dan op een agressieve manier terug toen ik weer voor een ingetrapt keukenkastje stond! Hier moest je echt sterk in je schoenen staan wilde je geestelijk overleven. Mijn geestelijke leven was al danig ingedeukt door dit soort werk, maar nu was het echt finaal platgeslagen. Je kon er op rammen wat je wou, maar het deed mij bijna niets meer. Alleen mijn traanbuisjes hadden zich nog niet aangepast?

Nadat Cor mij een flesje bier had aangeboden kwam ik weer een beetje bij mijn positieven. Ik huilde en wees op het keukenkastje: ‘Moet je nou toch is kijken.’ ‘Daar kijk ik allemaal niet meer van op hoor,’ zei Cor, en veegde ook een traan weg. ‘Ik ga toch emigreren, dus ik ga me niet meer drukmaken.’ Inderdaad was Cor in die tijd druk bezig om naar Ierland te verhuizen. Hij wel.

Een groot en nuttig werk

Heinekenbrouwerij
In de voormalige Heinekenbrouwerij aan de stadhouderskade heb ik en mijn kollega’s ook heel wat voetsporen liggen. Ikzelf, Appie, Theo en Hans. stonden onze uitvoerder Martin in goeie en slechte tijden bij. Eerst bij de verbouwing tot het Heineken Learning Centre en later bij de verbouwing naar het Heineken Experiënce. Twee gigantische verbouwingen die tesamen toch de uitstraling van Heineken in de wereld moesten bevestigen.
Maar ik kan niet zeggen dat het voor ons nu zo’n mooi werk was. Het was er koud, tochtig en vochtig. De ruimtes waar je in werkte waren heel hoog. Dus veel werk moest op een rolsteiger gebeuren. Bij de tweede verbouwing in de catacomben van het inmense gebouw was het helemaal afzien. Daar hing een penetrante geur van verschraald bier. Aan alles wat je aanraakte zat een vettige koek van een stof die ik zo gauw niet thuis kan brengen. Ik heb dit werk niet tot het einde meegemaakt en daar was ik niet rouwig om.

Windroosplein (Wittenburg)
Een kinderdagverblijf realiseren in één helft van een historisch pand op het Windroosplein was een mooie klus. Samen met Cor, Johan en diverse andere hoekstenen uit het bedrijf. Zo’n klus begint altijd met het nodige sloopwerk. De begane grond was hier toch zo’n 5.80 mtr. hoog. Hier en daar moesten tussenverdiepingen aangebracht worden. Deze werden later als slaapkamers voor de hele kleintjes ingericht. Aan de straatkant kwamen brede gleuven in de gevel die dienden voor het uitzicht naar buiten. Alles op kleuterooghoogte, zodat, als ze naar buiten keken Papa of Mama aan zagen komen. De vloer van de bovenverdieping moest verhoogd worden, zodat ook hier de kleuters ongehinderd naar buiten konden kijken. Die verhoogde vloer kwam toch zo’n 60 cm hoger dan de oude vloer. Dat gebeurde met blokken piepschuim, die wogen bijna niets. Een hele vrachtwagen vol. Ik zei nog tegen Cor: ik heb zelden zulk zwaar werk gedaan? Ook toiletjes voor de kinderen werden zowel beneden als boven gerealiseerd. Aan de achterkant van het gebouw kwam beneden een grote keuken en op de tussenverdieping nog een speelruimte. Boven op de 1e verdieping enkele kantoortjes. Op de binnenplaats, grenzend aan het water van het Binnen-IJ, moest een hek komen. Een kindvriendelijk hek, waar de kids niet door- of overheen konden komen. De rest werd ingedeeld als buitenspeelplaats met zandbak en glijbaan. Ik noem dit allemaal op omdat ik in elke ruimte wel mijn sporen heb liggen. Ik vond dit een heel groot en nuttig werk.

Boven was ook nog een enorme zolder, waar we een schaftruimte voor het stelletje ongeregeld gemaakt hebben. Op het schuine dak? dronken we soms koffie en hadden tevens uitzicht op Sail 2000. Maar we maakten er geen gewoonte van want de zitruimte daar was zeer beperkt. 

Admiraal de Ruyterweg (2)

Sleutelbord
Op dit werk hadden wij een lege woning tot onze beschikking. Die gebruikten we voor opslag van materiaal en gereedschap. Ook was er een kamer om te schaften. Een keer in de week moest deze uitgemest worden, en dat was dan nodig ook. Er was ook een bord waarop alle sleutels van de te renoveren woningen hingen. Elke morgen was het een heksenketel voor dit bord. Iedereen zocht de sleutel van de woning waar iets gedaan moest worden. Was er een met de sleutel vertrokken terwijl een ander naar dezelfde sleutel zocht! Door de onvolprezen coördinatie van onze uitvoerder Ton en zijn rechterhand Cor werd een ieder de juiste weg gewezen.

Keukenkastjes
Voor klachten was er ook een aparte hoek gereserveerd. Daar zat dan onze uitvoerder Ton of onze voorman Cor. Meestal kwamen daar steeds dezelfde mensen klagen. De week daarop kwamen ze weer klagen? En dat klopte als een bus, want de klachten waren nog steeds niet verholpen. Toch zat er schot in het werk. Tenminste aan de buitenkant. Binnen stelde het eigenlijk niet zo veel voor. Het meest gruwelijke werk voor mij zat in de keukens. Bijna alle afvoeren in de keukens waren vernieuwd. Van gietijzer naar pvc leidingen. En daar moesten dan weer nieuwe kokers om gemaakt worden. Een weinig verheffend werk. De achterkanten van de keukenkastjes waren er door de loodgieters met bruut geweld uitgetrapt. Bij gebrek aan tijd werd dit met de voeten gedaan inplaats van rustig met de handen! Om zoiets weer netjes te maken, daar wordt je niet blij van. Alle loden leidingen werden vervangen door koperen. Dat bracht geld in het laadje, want dit werd zwaar gesubsidieerd. Ook de brandvertragende plafonds in de keukens werden gesubsidieerd. En daar waren nog een paar van die dingen die alleen maar geld opbrachten! Volgens mij heeft dit werk meer geld opgebracht dan er in gestopt is? Ik zal het wel verkeerd hebben, maar het leek er verdacht veel op.

Aan de voorgevel werd veel aandacht besteed. Het metselwerk werd schoongemaakt en gevoegd. Op de begane grond werd boven de toegangsdeuren nieuwe glas in lood ramen aangebracht. De deuren werden opnieuw gelakt, enz. En als je dan aan de overkant van de straat ging staan leek het heel wat. Maar dacht je aan wat er binnen was gebeurd, dan sprongen de tranen je in de ogen.

Hudsonstraat
Hier was het veelal het bekende werk. Veel gesubsidieerd werk zoals brandvertragende plafonds en vervanging van oude loden leidingen naar koper. Vervanging van gietijzer naar pvc, enz. Als wij kwamen ging het gore ongedierte met vakantie. Daar bedoel ik mee, dat muizen, ratten, torren en ander smerig rapalje onder de vloeren er als een haas vandoor ging. Om via dezelfde weg weer terug te keren als een renovatie klaar was. Dit soort werk bewijst weer eens dat waar mensen wonen ook ongedierte zich op zijn gemak voelt.
Bij een gescheiden vrouwtje met klein kind moest een nieuw aanrechtblad aangebracht worden. Het oude blad was nog niet weggesloopt of de muizen sprongen je tegemoet. En ze klaagde al over muizenoverlast. Nu hadden we ook de plek gevonden waar ze vandaan kwamen. Onder de kastjes en de koelkast was de vloer een honingraat. Maar we mochten alleen het aanrechtblad vernieuwen. Nu moet ik zeggen, vroeg ze ook een beetje om die muizenoverlast. Want het was in huis een verschrikkelijke puinhoop. Het wasgoed lag tegen de plafonds. In de huiskamer was alleen een paadje om te lopen. De rest van de ruimte werd ingenomen door allerlei onduidelijke rotzooi. Ik dacht alleen, arm kind. En dan bedoel ik het kleine kind. Gelukkig voor het kind is ze niet veel later verhuisd naar een betere woning.

Admiraal de Ruyterweg (1)

Admiraal de Ruyterweg
Om even terug te komen op het grote werk. Veel herinner ik me nog van een werk op de Admiraal de Ruyterweg vlakbij de Bos en Lommerweg. Het betrof de renovatie van een groot aantal woningen. Bij zulk werk kom je buiten ongedierte ook allerlei soort volk tegen. Op dit werk ben ik zeker tien verschillende nationaliteiten tegengekomen. Soms wordt je er moedeloos van als je weer eens iets uit moet leggen met handen en voeten. Nooit ben ik iemand tegen gekomen die spontaan uit zichzelf de Nederlandse taal is gaan leren. Van integratie heeft nog niemand gehoord. Veel te moeilijk woord! Nog een paar jaar en een ieder spreekt zijn eigen taal?

Surinamers
Op een van de bovenwoningen woonde een van oorsprong Surinaamse familie. Natuurlijk moesten ook daar enige aanpassingen gedaan worden in de keuken en huiskamer. Volgens de afspraken klopten we eerst op de toegansdeur van de woning. Werd er binnen redelijke tijd niet opengedaan, dan staken we de sleutel in het slot om de woning te betreden. Dat was in dit geval ook zo. Wat we zagen was te gek voor woorden. De vloer van de woning lag bezaaid met matrassen, dekens en dekbedden. En daarbovenop en tussendoor lagen vele mensen met een Surinaams tintje! Van jong tot oud. Het leken de middeleeuwen wel, want toen sliepen ze ook allemaal in één bed. Ze lagen zelfs achter de voordeur. In de slaapkamer stonden ook nog eens stapelbedden. Vlug maakten we met een dame met een moederlijk uiterlijk een nieuwe afspraak. Over een uur zouden we terugkomen en dan moest in ieder geval de keuken en de hal ontruimd zijn. Dit werd ons niet in dank afgenomen. De meesten lagen er natuurlijk nét in. En als je dan door een overijverige timmerploeg uit je warme holletje getrokken wordt, dan wordt het leven minder leuk. Hier en daar hoorde ik een gevaarlijk gekreun? We zijn maar gauw weggegaan.

Politie-inval
Op hetzelfde werk was er op een morgen in één van de woningen een inval door de politie. Ze zochten een drugsdealer. De politie had zijn huiswerk goed gedaan, want het was de goeie woning. Alleen de dealer was in geen velden of wegen te bekennen. Wel vonden ze op de waranda achter aan de waslijn verschillende zakjes met wiet, die daar te drogen hingen. Of ze nog meer gevonden hebben weet ik niet maar ze hebben wel de hele woning omgekeerd. De bewoning van deze huizen was toch een onduidelijke zaak. Soms zag je weken niemand op een woning en dan bivakeerden er weer allerlei onduidelijke figuren. Ons maakte het niet uit. We hadden van de meeste woningen wel een duplicaatsleutel, ook van deze woning. Dus wij konden overal in komen. Als de politie aan onze uitvoerder de sleutel had gevraagd was er niks aan de hand geweest. Nu moest ik de met bijlen en koevoeten verwoeste deur en stijl geheel vernieuwen! Dus voor hun huiswerk geef ik toch maar een onvoldoende.

dinsdag 12 augustus 2014

van Baerlestraat

Muur
Op de Keizersgracht werd ik voor enkele dagen ingezet bij de verbouwing van een hotel. Dit onder de onvolprezen leiding van uitvoerder Thoom. De eerste dag zou ik dan een dikke muur terug moeten schuiven die van zijn fundering gegleden was? Ik zei: ‘Hebben jullie me daarvoor hier naar toe gehaald. Jullie weten toch dat ik specialist ben in deuren en sloten! En nu moet ik tot mijn kruis in de bagger om die muur weer op zijn plaats te tillen!’ Thoom keek me vreemd aan, maar hij verstond niet wat ik zei. Hij was helemaal in de ban van die muur. Ik heb nog enige aanwijzigingen gegeven maar niemand wilde luisteren. Ja, wat wil je, een deuren en slotenspecialist.

van Baerlestraat
In de van Baerlestraat mocht ik meedoen aan een uitbreiding en verbouwing van een uitzendbureau. Hier moest de kelder of souterrain en de begane grond er aan geloven. Bijna alles werd bekleed met gipsplaten. Dus moest er weer een macht aan hout achter verwerkt worden. Waarachter een wirwar van allerlei kabels van elektra en computers. Een uitzendbureau dankt zijn bestaan aan de computer. Een bouwbedrijf dankt zijn bestaan ondanks de computer aan echte levende timmerlieden! Een kleine vergelijking die nergens op slaat, maar wel laat zien dat het totaal verschillende bedrijven zijn. Affijn, ook bij deze verbouwing was de leiding weer in handen van een uitvoerder. Wie het was weet ik niet meer, wel dat hij slecht ter been was.

Op de eerste verdieping woonde een oud vrouwtje dat volgens haar veel last had van de verbouwing beneden. En inderdaad, toen ik boven ging kijken, klemden alle deuren, ook van de keukenkastjes. Maar volgens mij klemden die deuren al jaren. Door de verbouwing beneden was dit een uitgelezen moment om dat gratis en voor niks op te laten lossen. Om veel gezeur te voorkomen hebben we dat dan ook maar gedaan en de deuren nagezien.

Johannes Verhulststraat
Een nieuw balkon, tenminste het vervangen van het geheel houten hek op dit balkon was de opdracht in de Johannes Verhulststraat achter het Concertgebouw. Het was eigenlijk niet eens zo veel werk voor mij en mijn maatje. We deden dit werk tussen neus en lippen door, tijdens het bovengenoemde werk bij het uitzendbureau. Het oude hek ging in gedeelten naar de werkplaats waar het gekopieerd werd. Na enige voorbereidingen kon het nieuwe hek weer geplaatst worden. Met een grote kraan werd het naar boven gehesen waar wij het op zijn plaats zetten. Daarna konden we het aan de gevel verankeren. Dus eigenlijk appeltje eitje. Zulke klussen liggen mij wel al zeg ik het zelf.