Gasthuismolensteeg
Een mooie
restauratie en renovatie van een historisch pand op de hoek van de Herengracht
en de Gasthuismolensteeg, die ik voor geen goud had willen missen, was tevens mijn
laatste klus in de bouw. Dit pand dateert weliswaar uit de eerste helft van de
negentiende eeuw maar domineert toch duidelijk tussen de andere panden. Ook
door zijn bijzondere kleuren. Precies op de hoek tegen de gevel is de toenmalige
bouwer en bewoner weergegeven: een blanke Afrikaanse boer.
Deze restauratie
werd uitgevoerd door een bouwbedrijf die een samenwerkingsverband aanging met
mijn huidige werkgever. Dus de bouwfamilie werd steeds groter. Ikzelf was aan
hen uitgeleend. Het gebeurt wel meer dat je ’s morgens niet weet voor wie je ’s
avonds werkt? Dat is heel normaal en gebruikelijk in de steeds diverser
wordende bouwwereld. Maar om terug te komen bij de Afrikaanse boer. Deze werd
niet door ons onderhanden genomen, maar uitbesteed aan een ‘kunstenaar of
kunstenmaker’. De teakhouten onderpui mocht ik o.a. voor mijn rekening nemen
van onze uitvoerder Wim. Een andere collega, van voren genaamd Marco was alle
ramen en betimmeringen aan het vernielen of vernieuwen. Nou ja, het zal het
laatste wel geweest zijn! In de steeg was ook nog een stukje nieuwbouw
gerealiseerd wat bij het hoekpand betrokken werd. De oppervlakte van de
appartementjes werd hierdoor belangrijk vergroot. Zo kreeg ook de later
gevestigde schoenenzaak op de begane grond wat meer opslagruimte. Ook bij deze
klus stond op de Heerengracht aan de waterkant een Pipowagen welke fungeerde
als koffie en schaftkeet. Ook belangrijk was de er naast staande poepdoos. Heel
veel toeristen heb ik aan de deur van deze op slot zijnde poepdoos zien
morrelen, in de hoop dat zij zich even terug konden trekken. Maar Wim was
hierin zeer selectief. Alleen SFB-leden hadden toegang tot dit kleine kamertje.
Maar hij kon toch niet tegenhouden dat er zich ’s morgens enige zorgvuldig
gedraaide hopen naast het hok bevonden! Misschien was dat zijn straf omdat hij elke
dag de deur op slot deed. Om even over te schakelen op een ander onderwerp. Op
een gegeven moment heb ik in deze ploeg een hooggeplaatste positie in mogen
nemen. De bevoorrechte positie bestond uit het halen van broodbeleg, melk en
haring van de kar. Ik wreef mij in de handen want een kwartier voor schafttijd
mocht ik mij inzetten voor dit belangrijke sociale gebeuren. Wim belde even van
tevoren naar de haringkar op de Westermarkt en deed zijn bestelling zodat ik
alleen nog maar hoefde te betalen en mee te nemen. Bij AH haalde ik dan de
rest. Ja, de winkelstand in deze buurt floreerde best. Best sociaal waren we
ook voor de tegenover ons gevestigde sigarenboer. Mag ik dit eigenlijk nog wel
zeggen? We ontvingen voor hem de vroege kranten. Als hijzelf gearriveerd was
smeten we de kranten weer in zijn winkel. Daar zat toch ongeveer een uur
tussen. Een beetje sociale controle.
VUT
Mijn laatste klus in
dienst van een baas cq werkgever is gedaan. Mijn loopbaan als geregistreerd
timmerman is ten einde. Als je deze zin 5 keer achter elkaar opleest klinkt het
steeds dramatischer. Maar het tegendeel is waar. Ik zie voor me een weliswaar bijna
lege dagindeling met als hoogtepunten, stofzuigen, boodschappen doen en de al
te lang liggende reparaties aan het huis. Maar ik ben hoopvol, want ik heb ook
nog hobby’s. Het enige nadeel is dat deze hobby’s veel geld kosten. En zoals in
de verhalen al gememoreerd: een timmerman zal nooit rijk worden van het
timmeren! Dus moeten wij ook hier voorzichtig te werk gaan. In ieder geval heb
ik de eerste tijd grote delen van de dag gevuld met het opschrijven van deze
herinneringen.
‘Nou, ome Jan, zei
de schoolverlater, dat waren mooie verhalen. Sommige waren echter iets minder
mooi.’ Ik zeg tegen hem: ‘Het is niet altijd rozegeur en maneschijn. Maar je
moet het zien als een leerproces. Van elke klus leer je weer andere dingen maar
op het laatst ben je wel een alround timmerman. Dus wat doe je, ga je door in
de bouw of stop je?’ ‘Nee, nee, ome Jan, ik ga der voor.’ ‘Oké zeg ik:
eindelijk iemand die in mijn voetspoor verder wil. Het ga je goed en onthoud
wat ik verteld heb. Het kan van pas komen.’